Van vakantieflow naar schoolritme, samen een brug bouwen naar een gouden start
This is a subtitle for your new post
De zomervakantie zit er bijna weer op. Speciaal voor OudersHW schreef ik een informatieve gastblog. Lees hem hier!
De zomervakantie. Voor veel gezinnen een tijd van lucht, rust en ruimte. Geen gehaast in de ochtend, geen huiswerk, geen druk schema met sport, geen vol hoofd. Gewoon even zijn. Een periode waarin kinderen langzaam tot rust komen. Hun eigen ritme vinden. Weer even ‘gewoon kind’ kunnen zijn, zonder te moeten presteren.
Voor veel ouders is het ook een tijd waarin er wat meer lucht komt. Minder geregel. Minder strijd. Meer momenten van verbinding. Even geen strijd over kleren die niet goed zitten, schooltaken die frustreren, of overprikkeling na een drukke dag.
Mika’s moeder voelt dat er iets speelt, maar wat? Ze weet niet precies waar het zit, maar de lichte ontspanning van de vakantie maakt plaats voor iets dat meer spanning in zich draagt.
Het is ergens halverwege augustus. Mika zit op de grond met kleurpotloden om zich heen, als de brievenbus kleppert. Haar moeder raapt de stapel folders op. Grote letters: Back to school! Nieuwe tassen, schriften, pennen en brooddozen.
‘Jouw gymschoenen zijn echt versleten,’ zegt haar moeder terwijl ze de schoenenfolder op tafel legt. ‘We moeten binnenkort even kijken.’
Mika knikt, zonder op te kijken. Ze kleurt verder, nét iets stiller dan eerst.
De dag erna staan ze buiten. De buurvrouw komt aanlopen, glimlacht naar Mika.
‘En, heb je er alweer een beetje zin in… om naar school te gaan?’
Mika haalt haar schouders op. ‘Weet ik niet zo.’
Haar moeder kijkt naar haar gezicht. Een kleine frons. Nauwelijks zichtbaar, maar ze ziet het. De rest van de dag is Mika wat kortaf.
Later die week barst ze ineens in tranen uit omdat de pot pindakaas op is. Dan weer zit ze stilletjes op de bank, met haar knuffel op schoot.
Niet ieder kind staat te springen
Voor veel kinderen is school een gezellige plek. Ze kijken ernaar uit om vriendjes en klasgenootjes weer te zien, verlangen naar de structuur van school, het dagritme en voelen zich er thuis, omdat ze zich veilig voelen in de klas, steun ervaren van hun juf of meester en hun plekje in de groep hebben gevonden. Maar dat is niet voor iedereen zo.
Er is ook een groep kinderen bij wie de gedachte aan de eerste schooldag eerder spanning oproept dan enthousiasme. Niet omdat ze niet naar school willen om thuis te kunnen gamen en televisie kijken, maar omdat school voor hen niet vanzelfsprekend voelt als een veilige of prettige plek. Vaak zijn dit kinderen die zich anders voelen dan anderen. Kinderen die gevoelig zijn voor prikkels of stemmingen, die sneller overprikkeld raken, moeite hebben met lezen of rekenen of juist snel verveeld zijn. Kinderen met een labels zoals dyslexie, ADHD, HSP, autisme of kinderen met kenmerken van hoogbegaafdheid. Kinderen die niet goed passen binnen het standaardstramien van ons onderwijssysteem.
Voor hen betekent 'weer naar school' niet alleen het loslaten van de vakantie, maar óók het weer betreden van een wereld waarin zij zich soms onbegrepen, overvraagd of tekortgedaan voelen.
Als spanning een echo is van vroegere ervaringen
Wat op het eerste gezicht gewoon gezonde spanning lijkt, kan voor sommige kinderen een terugkeer zijn naar iets ouds. Naar ervaringen van niet mee kunnen komen, van anders zijn, van steeds nét buiten de lijntjes kleuren. Het roept herinneringen op aan momenten van afwijzing, frustratie of onbegrip, gevoelens die diep vanbinnen zijn blijven hangen en nu opnieuw worden aangeraakt:
- Lesstof die niet past ,te makkelijk, te verwarrend, te saai.
- Een juf of meester die haar of zijn best doet, maar je net niet snapt.
- Steeds moeten stilzitten, terwijl je lijf snakt naar beweging.
- Lange instructies zonder interactie, die je hoofd laten tollen.
- Opdrachten zonder betekenis, waar je niks mee kunt.
- Een klas vol prikkels, waar je overleeft in plaats van leert.
- Lezen onder tijdsdruk, terwijl de letters dansen en je hartslag omhoog schiet.
Sommige kinderen kunnen niet goed onder woorden brengen wat er in hen omgaat zodra het schooljaar dichterbij komt. Ze voelen van alles, maar missen de taal om het te zeggen. In plaats van duidelijke woorden of uitleg, laten ze het zien in hun gedrag. Dat kan zich uiten in lichamelijke klachten zoals buikpijn of hoofdpijn, in een plotselinge woede-uitbarsting over iets kleins, of in een koppig 'nee', zonder dat ze zelf precies begrijpen waar dat vandaan komt.
Wat er aan de buitenkant zichtbaar is, zoals weerstand, vermoeidheid, emotionele reacties, is vaak slechts het topje van de ijsberg. Daaronder liggen diepere lagen verscholen: herinneringen aan momenten waarop ze faalden, zich overvraagd voelden, of het gevoel hadden anders te zijn dan de rest. Het zijn ervaringen die soms al vroeg zijn ontstaan, en die zich niet alleen in het hoofd, maar ook in het lichaam hebben vastgezet.
De spanning kruipt hun lijf in nog vóór ze het zelf beseffen. Een nieuwe juf of meester, ander klaslokaal, ander plekje in de klas, voor veel kinderen spannend, maar voor kinderen met een leeruitdaging voelt het als een alarm. Hun hart gaat sneller, spieren spannen aan, ademhaling versnelt. Alles in hun lichaam zegt: let op!. Ze slapen onrustiger en raken sneller uit balans. Het is geen onwil of lastig zijn, maar een lichamelijke reactie op de spanning die school oproept.
’s Avonds ligt Mika onder haar deken met haar knuffel stevig tegen zich aan. Haar moeder zit naast haar op bed. Het is stil in de kamer, maar Mika’s ademhaling verraadt dat haar hoofd nog lang niet stil is. Dan buigt haar moeder zich iets naar voren.
“Wat zou jij fijn vinden op je eerste schooldag?” vraagt ze zacht.
Mika fronst even. “Dat ik eerst gewoon even mag kijken. Zonder dat ik meteen iets moet zeggen.”
De moeder van Mika knikt. “Dat lijkt me ook heel fijn. En je nieuwe meester… wat hoop je daarvan?”
Mika zucht. “Dat hij rustig praat. En dat hij het niet erg vindt als ik iets niet meteen snap.” Haar moeder knikt.
“Is er iets waar je een beetje tegenop ziet? Iets waar we over kunnen praten of samen kunnen oefenen?”
Mika draait zich half op haar zij. “Dat ik niet weet waar ik moet gaan zitten. Of dat ik nergens hoor.”
De moeder van Mika legt een hand op haar voet. “Dat is spannend, hè. En als je hoofd straks vol zit na school, weet je al wat dan helpt?”
“Even niks hoeven. Of gewoon met jou wandelen. Zonder praten,” zegt Mika.
Haar moeder glimlacht zacht. “Dat is goed om te weten. Dan doen we dat.”
Mika’s moeder hoeft geen oplossing te hebben. Alleen de vragen stellen is al genoeg. Nieuwsgierig zijn zonder oordeel. Mika voelt: mijn gedachten zijn welkom. Mijn gevoelens mogen er zijn.
De moeder van Mika helpt haar landen. Niet door iets groots te doen, maar door er echt te zijn. Met aandacht. Zodat Mika zich weer even veilig voelt, en haar voeten langzaam de grond weer raken.
Wat kun jullie als ouders doen?
Jullie kunnen de school niet veranderen, niet zomaar. Maar jullie kunnen wél een brug bouwen. Tussen de wereld van thuis en die van school. Een plek bieden waar alles wat ingewikkeld is, even mag landen. Waar spanning benoemd mag worden. Waar het tempo van wennen niet wordt opgejaagd. Waar geen eisen worden gesteld, maar vragen mogen bestaan.
Want wennen aan school, aan een nieuwe plek, een andere juf of meester, een ander ritme… dat lukt pas als je eerst bent geland. Als je lijf weet: ik ben veilig. Ik mag er zijn. Pas dan durf je weer te leren, te proberen, te zoeken. Zonder dat je elke seconde hoeft te vechten om staande te blijven.
Samen landen: zo kun jullie jullie kind helpen bij de start van het schooljaar
De overgang van vakantie naar school voelt voor veel kinderen als een sprong in het diepe. Voor kinderen die nét even anders leren, voelen of denken, brengt dat soms extra spanning met zich mee. Tegelijk zit er ook iets opwindends in die eerste schoolweken. Een gezonde, tintelende spanning die past bij iets nieuws en onbekends. Alles is weer anders: de stemmen, de regels, de sfeer in de klas. Het vraagt tijd om te wennen, om opnieuw hun plek te vinden. Om te schakelen van de vrijheid van thuis naar de structuur van school. Maar voordat het echt vertrouwd kan worden, is er ruimte nodig. Ruimte om te landen, om te observeren, om die nieuwe wereld stap voor stap te leren kennen.
6 tips om jullie kind ruimte te geven om te landen en zich veilig te voelen tijdens deze nieuwe start.
Niet groots of ingewikkeld, maar liefdevol en praktisch:
1. Praat over gevoelens
Geef je kind de ruimte om te vertellen wat het voelt rondom de start van school. Luister zonder oordeel, zonder te bagatelliseren, maar ook zonder dingen groter te maken dan ze zijn. Merk je dat je kind vooral de negatieve dingen benoemt? Vraag dan ook eens naar wat wél fijn is. Zo krijgt het een gebalanceerd beeld van zijn eigen beleving.
2. Stel vragen die uitnodigen
Vraag wat jullie kind spannend vindt, of wat het mist. Help het om die zorgen uit te spreken. Kijk samen waar je kind misschien zelf al een oplossing of idee voor heeft. Zo leert het vertrouwen op zijn eigen gevoel en inzichten. Ook hier helpt het om te vragen naar wat goed gaat, zodat het gevoel in evenwicht blijft.
3. Breng (weer) ritme en rust
Zorg dat de ochtend- en avondroutines weer op gang komen. Dat geeft houvast in het schoolritme. Vergeet niet te zorgen voor momenten van ontspanning na een volle dag. Dat helpt om op te laden.
4. Creëer verbinding, ook op afstand
Is het moeilijk om langere tijd van een van jullie gescheiden te zijn? Bedenk kleine rituelen die het contact vasthouden. Een armbandje of ketting met elkaars naam, een hartje op de hand, een briefje in de broodtrommel of iets kleins van thuis om vast te houden. Zeg dat het oké is om te wennen en dat je later extra zult knuffelen.
5. Blijf betrokken bij school
Hou contact met de leerkracht en blijf weten hoe het met jullie kind gaat. Vertrouwen in de leerkracht is belangrijk, maar ook zij heeft niet altijd het hele verhaal. Samen kunnen jullie zorgen dat jullie kind goed wordt gevolgd. Geef de leerkracht tijd om de klas en jullie kind te leren kennen, maar bespreek meteen wat lastig is, zodat het niet kan escaleren.
6. Kijk naar wat wél lukt
Help jullie kind om ook de positieve kanten te zien. Let daarbij goed op je eigen gevoel, want kinderen voelen het haarscherp als een van jullie of beiden gespannen zijn. Je hoeft je emoties niet te verbergen, maar probeer wel die balans te vinden tussen realistisch en hoopvol.
In die eerste weken kunnen jullie als ouders een belangrijke ankerplek zijn. Niet door alles op te lossen, maar door stil te staan bij wat jullie zien, ruimte te maken voor wat jullie kind voelt en vertrouwen uit te stralen, ook als het allemaal nog niet vanzelf gaat. Misschien kunnen jullie helpen om het onbekende iets voorspelbaarder te maken. Of bieden jullie troost met een klein vertrouwd voorwerp in de schooltas, een hartje op de hand of een simpel ritueeltje aan de ontbijttafel of in de broodtrommel voor op school.
Soms helpt het om dingen bespreekbaar te maken: wat vindt jullie kind lastig, wat juist leuk, waar loopt het tegenaan? En soms is het vooral belangrijk om níets te moeten. Gewoon thuiskomen, even hangen, niets hoeven uitleggen. Zodat er ruimte komt in het hoofd, rust in het lijf en vertrouwen in het hart.
Ook jullie als ouders zijn aan het landen en wennen. Aan een nieuwe leerkracht, een nieuw ritme, misschien wel nieuwe zorgen. Het is logisch om even de kat uit de boom te kijken. Toch kan het de moeite waard zijn om vroegtijdig af te stemmen met school. Gewoon om samen even te kijken: wat heeft ons kind nodig om goed te kunnen landen?
Een nieuwe schoolstart hoeft geen strijd te zijn. Met aandacht, mildheid en wat kleine bruggetjes tussen thuis en school ontstaat er ruimte. Om te groeien. Om te bloeien. En om opnieuw te landen, telkens weer.
Kijk samen met je kind hoe het landen en wennen gaat, heb je vragen of zorgen? Neem contact met mij op voor een vrijblijvend gesprek. Samen zoeken we naar de beste ondersteuning, afgestemd op de unieke behoefte van jullie kind. Zo maken we van die spannende overgang een stap naar groei en zelfvertrouwen.







